Doordeweeks maakt hij onderdeel uit van de harde kern van de Feyenoord-aanhang. Maar Steven neemt zijn hooliganisme serieus en daarom reist hij op zaterdag mee met damclub RDC om zijn asociale skills te verbeteren.
Zijn cluppie bakt er niks van dit seizoen en dus had Steven alle reden om zich volledig te laten gaan. 20 minuten voor het begin van de wedstrijd kwam de supportersbus aan in Wageningen. De hartelijke Wageningers hadden al een bord neergezet om de bezoekers welkom te heten. Dat zinde Steven maar niks: “Ken je niet effe zelf een handje komme geve” en daar vloog de eerste rochel richting het welkomstbord waar hij op walgelijke wijze uiteenspatte. De toon was gezet.
Bij binnenkomst in de speellokatie bleek de deur naar de speelzaal op slot te zitten. Binnen werd een teambespreking gehouden, en de thuisploeg kende Stevens reputatie, dus hij kwam er niet in. Zo makkelijk laat Steven zich niet opzij zetten, dus liep hij kordaat naar buiten, liet de broek zakken en wreef herhaaldelijk zijn behaarde achterwerk tegen het raam van de speelzaal. De Wageningse gezichten betrokken en de teambesprekingen werden zo snel mogelijk afgerond.
Ondertussen was Steven alweer naar binnen gegaan om zijn eerste biertje te bestellen. Toen de 10 van WSDV de speelzaal uit kwam en zich snel naar buiten spoedde voor nog een verfrissende wandeling kon Steven het niet laten: “Zo, nog effe kontjebonken voor de wedstrijd?”. Steven was blijkbaar geen fan van deze club. Toen ze de hoek om waren klonk er: “Zij de deur op slot, wij de deur op slot!”. En hup, daar werd de sleutel van de enige toegang tot het speellokaal omgedraaid. Gelukkig was Steven daarna afgeleid en kon een van de thuissupporters de deur weer openen voor de matadoren van WSDV.
Het was tijd om de wedstrijd te beginnen. De Wageningse teamleider Rik Keurentjes stak een erudiete toespraak af die door weinig mensen was te verstaan door het striemende fluitconcert dat vanaf de tribune klonk. Een ieder deed zijn telefoon uit, en de eerste zetten werden gedaan.
Wim Bremmer zette de eerste score op het bord met een knappe overwinning op Ester van Muijen. Steven liep naar hem toe om hem te feliciteren: “Zo, ken je wel, winnen van een meissie!” grapte Steven. “Nou, nou, Ester is een zeer bekwame speelster en ik ben heel blij...”. “Wim Bremmer! Hou eens op met dat ge-emmer” onderbrak Steven hem, en Steven liep weg. Wim schudde meewarig zijn hoofd. Vroeger zou hij er boos om zijn geworden.
Steven wist wel beter dan nu ook een teamoverwining te verwachten, hij supporterde al langer dan vandaag. Toch vond hij dat hij nog wel een extra pilsje had verdiend. “Eén bier ouwe!” riep hij de bardame toe. Deze wist niet hoe snel ze de fles moest ontkronen en leverde hem de bestelling. “Geef je me nou een Grolsch?”, Steven pakte het flesje op en smeet hem tegen de muur kapot. “Ik zei bier, dus niet van deze uilezeik! En nou opschieten!”. Tevreden klokte hij even later zijn Heineken naar binnen.
Van de teamoverwinning leek inderdaad niet veel te komen. Richard Meijer wist nog wel een puntje te scoren tegen Heike Verheul, maar de volgende uitslag was een nederlaag voor Steven den Hollander. Deze had groot voordeel verpest, en moest rennen voor zijn leven toen zijn naamgenoot met een kapot Grolschflesje achter hem aan ging.
Ook Arie moest het ontgelden na zijn remise tegen Fred Ivens. “Sta je nou een schijf voor en win je nog niet, vuile lampekap!”. Ook voor de ietwat vroege remise van Pieter Jan Rijken had hij geen goed woord over.
Toen Cor van Dusseldorp daarna won van Marcel Monteba begon Steven een beetje zenuwachtig te worden. Ze zouden toch niet echt gaan winnen? “Zo Cor, wat daggie, laat ik ook eens een potje winnen, eens in de 10 keer? Homo!”. Stevens beledigingen werden wat minder inventief als hij zich niet op zijn gemak voelde. “Nou nou, laten we elkaar geen MI’tje noemen” probeerde Cor nog terug, maar voor dergelijke subtiliteit hoef je niet bij Steven te zijn.
Uiteindelijk bleek het toch een wedstrijd worden als alle andere. Eric Hogewoning dacht halverwege dat een partie bonnard wel een goed idee zou zijn, en ging roemloos ten onder. Thomas Wielaard had een zeldzame offday en trof in Wieger Wesselink een tegenstander die daar wel raad mee mist. Richard Kromhout wist nog wel een knap punt te scoren tegen Jan Groenendijk, maar Arjen de Mooij werd weer afgrijselijk weggetikt, dit keer door Rik Keurentjes. Speciaal voor deze gelegenheid haalde Steven zijn spandoek tevoorschijn waarop in grote letters “Arjen de Prooij” stond te lezen.
De wedstrijd was voorbij en de zoveelste nederlaag, dit keer met 12-8, was een feit. Steven liep boos richting de supportersbus. “Wat een balleploeg en wat een weggooier van een coach. Ik snap nog steeds niet dat ze de coach van vorig jaar hebben laten gaan.” Steven liet zich in zijn stoel ploffen, deed zijn riem niet vast, en viel tevreden in slaap. “Mmm, vanavond lekker Temptation Island en herhalingen van VI kijken, bier zuipen en op de bank in slaap vallen”. Steven was een gelukkig mens.