Er zijn niet veel debutanten van 82 jaar, maar het eerste team van RDC is er wel eentje. Voor het
eerst mocht RDC 1 aantreden in de ereklasse. Of met iets meer respect: de Ereklasse. Denk en Zet
Culemborg was onze eerste tegenstander. Denk en Zet had zich sinds vorig jaar behoorlijk versterkt
met Ndjofang en Messemaker, terwijl Meurs en Steijlen na hun studie weer full-time beschikbaar
waren. Het programmaboekje was duidelijk in onze kansen: de gemiddelde rating van Denk en Zet
ligt ongeveer 160 punten hoger dan die van RDC 1. Totaal dus ongeveer 1600 punten. Met andere
woorden: ten opzichte van RDC 1 spelen zij met 11 man en die 11 e man is iemand van het kaliber
Georgiev of Boomstra. We maakten ons dan ook weinig illusies. Zoals Wim Bremmer het mooi
verwoordde: als we winnen van Ndjofang, dan verliezen we nog steeds.


Desondanks begonnen we vol goede moed met 9 man aan de wedstrijd. Steven begon zijn dag in the
middle of nowhere en had al dagen eerder laten weten niet op tijd in Culemborg te kunnen zijn.
Gelukkig komt tijdnood nauwelijks in zijn woordenboek voor, dus nog voor het eerste uur om was,
was de tijdverdeling weer in evenwicht.

Het scorebord bleef lang onaangetast. De RDC’ers kwamen her en der onder druk te staan, maar er
waren ook zeker borden waar wij aan de goede kant van het bord zaten. Uiteindelijk was Richard
Kromhout tegen Jean Marc Ndjofang als eerste uit. Richard had een wat volle lange vleugel die ook
werd opgesloten, maar hij wist die in het middenspel met een paar sterke zetten op te lossen.
Ndjofang probeerde de druk weer op te voeren, maar Richard wist met kleine geintjes moeiteloos en
ongeschonden de veilige remisehaven te bereiken.

Dat gold niet voor Arie Schoneveld. Op papier de ‘bord tien’ van het team, maar Arie weet zijn
tegenstanders vaak te verrassen met zijn niet aflatende vechtlust. De Ereklasse blijkt echter wel
andere koek. Vanaf de opening wist Dik de Voogd Arie onder druk te zetten. Hoewel Arie lange tijd
de kleine zetjes wist te ontwijken, ging dat ten koste van zijn stand. Uiteindelijk mocht Arie kiezen in
welke zetje hij wilde lopen. Hij koos voor een simpel doorbraakje, om gelijk daarna de vlag te strijken.
Cor is de onbetwiste kopman van RDC 1 en sinds een paar jaar ook weer de teamcaptain.
Tegenstander Sven Winkel staat bekend om zijn degelijke spel. Zonder al te veel risico te nemen,
weet hij een mooie stand op te bouwen, waarna de kansen vanzelf wel komen. Datzelfde spel weet
Cor ook altijd te spelen, dus is het geen verrassing dat het evenwicht in die partij nauwelijks werd
doorbroken.

Pieter-Jan kreeg helaas wel een gifbeker voorgeschoteld door Pieter Steijlen. In de opening leek alles
nog pais en vree, met een open stelling waar beide partijen alle kanten mee op konden. Na een paar
zetten werden de rangen gesloten en bleek de stand van Pieter een stuk flexibeler te zijn. Pieter-Jan
moest al vroeg aan de noodrem trekken om geen schijf te verliezen, maar daardoor kreeg Pieter een
dijk van een aanval. Toen Pieter-Jan de beste verdediging niet kon vinden, werd hij overlopen.
Thomas kreeg met Pim Meurs de tegenstander die hij zich vooraf had gewenst en op wie hij zich
voorbereid. Tijdens de partij bleek daar weinig van, want Thomas werd met subtiel positiespel naar
de rand van de afgrond gespeeld. In zijn vrije tijd is Thomas blijkbaar een begenadigd acrobaat, want
hij bleef overeind. Weliswaar met een klein beetje hulp van Pim, die in het late middenspel een
kansrijke voortzetting miste. Chapeau voor Thomas, die als enige vandaag een grote Smurf is!

Sinds enkele jaren is RDC 1 versterkt met Wim, tot vandaag de enige in het team met ervaring in de
Ereklasse. Tijdens de autorit naar Culemborg gaf Wim aan graag een keer tegen Bulatov te willen
spelen. Net als Thomas werd ook hij op zijn wenken bediend. Bulatov wist Wim handig in een
kortevleugelopsluiting te nemen, maar liet toen wat steekjes vallen. Om met Wim zijn eigen woorden
(tijdens de terugrit) te spreken: “met dat risicoloze spel win je niet van mij.” Waarvan akte. Remise.
Eric Hogewoning trof met Uladzislau Valjuk de jongste telg van Culemborg. Beiden gebruikten ze veel
tijd om te komen tot een Drost systeem, waar Eric het offer pleegde. Eric verraste zijn jeugdige
tegenstander met een geniepige dam. Hoewel die er met gelijke schijven van af ging, kon Eric de
vooruitgeschoven post van Valjuk oppeuzelen en stond hij een schijf voor. Valjuk vocht voor wat hij
waard was en toen Eric in het late middenspel (in tijdnood) verzuimde de aanvaller op 24 op te
peuzelen, verwaterde het voordeel steeds meer en meer en bleef er uiteindelijk een gelijkwaardige
remise over.

Hetzelfde lot was Richard Meijer beschoren. Hij wist de lange vleugel van Tjeerd Harmsma vakkundig
af te stoppen, tot hij een ‘vingerzetje’ presteerde. Harmsma dacht een sterke klassieke stand te
forceren, maar kwam er nog net op tijd achter dat Richard een vuil trucje in de stand had gevlochten.
Daarmee wist Richard uiteindelijk een schijf te winnen, maar ook hij miste met weinig tijd de beste
voortzetting. Ook hier leverde de kansrijke schijf extra niet meer op dan een puntje.
Helaas stokte de puntenmachine daar. Arjen speelde tegen Evgeni Vatutin een prima omsingeling en
kwam geen moment in de problemen. Meer dan de obligate ‘onderhuidse spanningen’ waren er
eigenlijk niet. Arjen besloot in het eindspel een schijfje te investeren voor de remise, waarna hij in
een vlaag van damblindheid zichzelf op de lange lijn liet opsluiten. Uit het niets wist Arjen toch nog
de nul te vinden.

Aan Steven de eer het slotakkoord te spelen. Voorafgaand aan de wedstrijd gaf hij aan niet tegen Bas
Messemaker te kunnen spelen. Bas is een kei in mooie standen bouwen en is wars van onnodige
risico’s nemen. En tegen Steven betaalde dat dit keer uit: vanaf de opening stond Steven onder druk,
met een opgesloten korte vleugel. Bas hanteerde zijn favoriete speelstijl: rustig afwachten en
gewoon sterke zetten spelen. Langzaam maar zeker bouwde Bas zijn kleine voordeeltjes uit naar iets
grotere voordeeltjes, die uiteindelijk wisten uit te groeien tot winnend voordeel.
Uiteindelijke score: zes remises met twee gemiste winsten en één weggegooide remise. Weliswaar
een terechte en verwachte nederlaag, maar het debuut is niet tegengevallen.